Nestkastjes  - Wolmer 76

 

In De Schoolkrant van november 1957 stond het volgende stukje tekst:

 

Onze nestkastjes in 1957.

Al heel vroeg in 't voorjaar zijn we in de derde en de vierde klas begonnen met het maken van nestkastjes. Met allerlei maaksel kwamen de jongens en ook de meisjes aandragen, zoals: een klomp, een bloempot, een tuit van een pomp, een petroleumblik, zelfs groenteblikjes en dan de normale nestkastjes. In totaal werden door 30 leerlingen 43 kastjes bij elkaar gebracht. Een goed resultaat!

Na genummerd te zijn werden ze her en der in de schoolkring opgehangen en het resultaat er van is geweest, dat 24 kastjes bewoond zijn geworden. Zelfs werden een paar voor de tweede keer bewoond.

Nestkastjes worden in 't algemeen bewoond door de zeer nuttige insecteneters, zoals mezen, roodstaartjes, vliegenvangers e.a. Bovendien verschaffen deze beestjes ons een aardige aanblik en vrolijk gezang.

Van de 24 nestkastjes werden 16 bewoond door koolmezen, 4 door pimpelmezen, 3 door ringmussen en 1 door een spreeuwenpaartje.

Het koolmeesje en pimpelmeesje broedt elk jaar gemiddeld 10 eieren uit, een ringmus en een spreeuw 5. Een eenvoudig rekensommetje geeft ons de uitkomst, dat onze jongens en meisjes er aan meegewerkt hebben, dat 220 jonge vogels werden geboren.

Een zeer goede daad van de jeugd!

EM