Natuur - Wolmer 63

 

In juni 1958 stond onderstaande tekst in de Schoolkrant: "Uit de Natuur”.

 

"Hij is er!" - "Hij was er!" Jawel, geachte lezers, het ooievaarsnest is er inderdaad, maar de ooievaar helaas niet meer. De "Ooievaarscommissie" heeft met behulp van enige sterke lieden uit de buurt op 29 april des avonds 8 uur het lange gevaarte, bestaande uit een paal van plm. 12 meter, een wagenwiel, waarop een gevlochten nest van taaie takken en daarin paardemest, omhoog getrokken.

Dit heeft wel enige zweetdroppels gekost en was bovendien niet zonder gevaar. Dat men eer van zijn werk had bleek de volgende dag al. Om ongeveer 13 uur streek een ooievaar op het nest neer. Deze inspecteerde het nest goed, klepperde een paar maal en verlegde eens wat paardemest. Gewillig liet hij zich nog fotograferen, maar na een half uur zeilde hij weg in de richting Peize. In de hoop, dat hij een eega zou gaan zoeken bleef men de eerste dagen uitzien naar een tweetal exemplaren. Echter tevergeefs. Wel menen sommigen weer een ooievaar gezien te hebben, maar meestal bleek dat dan een reiger geweest te zijn. Ook die vertoont zich vaak in deze omgeving. Van dichtbij zou men aan de zwart-witte kleur de ooievaar terstond herkend hebben, maar op afstand is de kleur niet te onderscheiden. In dat geval is het vliegbeeld het beste kenmerk. Bij beide vogels is dit kenmerk n.l. opvallend. Wordt een vogel met ingetrokken hals gezien, dan is het een reiger en ziet men een gestrekte hals, dan heeft men te maken met een ooievaar.

Echter in de vlucht houden beide vogels de poten gestrekt. Men moet dus bij het gezegde een ooievaar gezien te hebben wel even voorzichtig zijn." Het feit dat de ooievaar zich niet meer liet zien dat voorjaar werd verzacht doordat andere trekvogels zich wel weer lieten zien.

"Natuurlijk zijn er ook andere vogels teruggekomen uit het warme zuiden. Speciaal moet men nu eens letten op twee ervan. Dat zijn de gierzwaluw en de wielewaal, die resp. 5 mei en 13 mei volgens eigen waarneming teruggekeerd zijn. De eerste soort ziet men hoog boven de molen en kerk zijn zweeftochten verrichten; de laatste is in het jonge groen der hoge bomen bij Van der Schans met een beetje geluk te vinden of anders is zijn klankvol "dudeljo" zeker te horen. Probeer deze gele vogel met zijn zwarte staart maar eens te ontdekken.

EM