Berigt 18 - de brand in de Enumahoeve in 1937 en andere zaken

 

Tijdens het schrijven van de laatste Clockeslagh over de Enumahoeve, stuitte ik op een merkwaardig fenomeen: de feilbaarheid van het geheugen. Ruim twintig jaar geleden kwamen we regelmatig met een groep autochtone Rowolmer bij elkaar om het nieuwe boek over Roderwolde voor te bereiden. Allerlei onderwerpen kwamen aan de orde, zoals de brand van de oude Enumahoeve. Men was het er met z’n allen over eens dat dit in de zomer van 1937 was gebeurd, op een zaterdagmiddag, kort na de brand van de boerderij van Derk van Zanten op de hoek van de Achterste weg.  De meeste medewerkers herinnerden zich deze gebeurtenis als de dag van gisteren. Dus zo werd het in 1989 ook genoteerd in Rowol toendertied.

Om de feiten nog even te checken, raadpleegde ik de jaargang 1937 van de Leekster Courant in het archief van de Norger Historische Vereniging in de Brinkhof in Norg. Een hele morgen zoeken in jaargang 1937 leverde niets op. Bij navraag bleek dat beide boerderijen al twee jaar eerder, in 1935 door brand werden verwoest.

 

Bij het nalezen van die bewuste jaargang 1937 kwam ik echter wel een heleboel andere interessante nieuwtjes tegen over ons dorp en omstreken.

In de week van 12 juni woedde meerdere malen heftig noodweer in de streek. Op veel plaatsen sloeg de bliksem in: “Van den heer Liewes (van de Enumahoeve) werd een paard in de weide door bliksem gedood. In Peize sloeg de bliksem in een boom voor de behuizinge van R. Luinge. Een tak vloog door de ruiten zoodat de bewoners de glassplinters om de oren vlogen. Grote schrik, doch verder gelukkig niet.”

Op 9 februari schreef de Courant: “Maandag werd door de heren Diertens en J. Lubbers aan de Groninger kant van het Leekstermeer een volwassen vischotter gevangen. ’T ging niet gemakkelijk dit roofdier, dat zich tegen de honden hevig verzette, te overmeesteren. Het dier bracht 20 gulden op.”

Een week later trad Toneelvereniging Woldbloem op in de vernieuwde zaal met vergroot toneel van café Hoff. Er werden drie stukken opgevoerd:

De aiwege stried, in drie bedrijven, De moord op het Zuiderdiep en de Hoozeveling. Regisseur was mr. Cremer, voorzitter Marten van der Heide. Het publiek had volop genoten.

 

Aan het einde van het jaar, op 4 december, werd de verkoop op afbraak van de watermolen aangekondigd. De schrijver voegde daar zijn persoonlijke mening aan toe, die ons nu heel modern in de oren klinkt:

“Groote plannen hoort men zoo voor en na met een groot woord “ontsluiting Leekstermeer” en behoud van natuurschoon. Tot dusver zijn en blijven dit maar wat praatjes, want met het verdwijnen van deze mooie molen ondergaat het landschap in wijden omtrek een onherstelbaar verlies.” De molen werd gekocht door A.Jager te Sappemeer voor f. 187,00 zonder roeden.

AvD