Berigt 45: waarom de N372 niet door Roderwolde loopt

 

Al eeuwen reizen mensen uit de wijde omgeving naar de stad Groningen. De verbindingen zijn tegenwoordig prima, maar dat was vroeger wel anders. Was het ’s zomers vanuit Noord-Drenthe niet zo’n probleem om te voet, te paard of met de boot naar “Stad” te gaan, ’s winters was het vaak een hele onderneming die soms over het ijs ging. Er waren maar weinig hooggelegen doorgaande wegen: Peize had als uitvalsweg De Horst, Roderwolde was aangewezen op de Roderwolderdijk. Alles onverhard, dus wie heelhuids aankwam vond een weg al gauw “begaanbaar”.

Wie uit Peize voor de westkant koos, moest natuurlijk wel het Peizerdiep over om in Roderwolde te komen. Hiervoor was vroeger geen brug, maar de overzet met een bootje bij Bommelier was een prima vervanging. Vast en zeker zijn er relaties ontstaan tussen vaste reizigers en Rowolmer.

 

Maar het reizen ging veranderen. In het begin van de negentiende eeuw begon de aanleg van Rijksstraatwegen, voor personenvervoer nam het gebruik van de trekschuit af en kwam in veel streken de diligence op. Goede wegverbindingen werden steeds belangrijker.

In februari 1855 besprak de gemeenteraad van Groningen een rapport over de mogelijke aanleg van een “kunstweg” (een goede, nieuw aan te leggen weg) van Groningen over Eelderwolde naar Eelde. Dit was vanuit stadsoogpunt natuurlijk niet zonder eigenbelang: de gemeenten Eelde, Peize, Roden en ook Norg zouden dan meer op Groningen gericht kunnen zijn.

Dit voorstel haalde het niet; de verbinding van Haren met Groningen was al uitstekend en verbetering van de weg van Haren naar Paterswolde had voorrang.

 

In september 1855 kwam er echter een ander geluid. In een ingezonden stuk in de Provinciale Drentsche en Asser Courant schreef iemand ongerust dat er plannen schenen te bestaan voor de aanleg van een kunstweg van Smilde over Norg en Roden langs Roderwolde naar Groningen, dus over de Roderwolderdijk! De schrijver vond echter dat een route “geschikter en met minder kosten over Peize gelegd kon worden”.

Blijkbaar vonden meer mensen dat, want in oktober 1855 meldden B en W van de gemeente Norg dat kaart, plan en begroting waren binnengekomen van de aanleg van de kunstweg van Smilde over Norg, Roden, Peize naar Groningen. De gemeenteraad van Groningen werd uitgenodigd om deze plannen in Vries te komen bespreken.

Een nieuwe commissie werd ingesteld en deze kwam zoals dat hoort met een rapport. Hierin stond dat aan de richting over Peize de voorkeur moest worden gegeven. Roderwolde was uit beeld verdwenen. Daarna gebeurde er zoals vaker een hele tijd niets.

 

Zo werd het 1866. In november van dat jaar stuurde een reiziger, die met de trein van Harlingen naar Groningen ging en vandaar naar Peize, een verdrietige ingezonden brief naar de krant:

Te 9 uur kwamen we in Groningen aan. De gedachte dat we naar huis moesten over de Peizermadijk, vergalde ons het genot der geheele reis. Een vreselijk gezigt, zoo’n rampzalige modderige, slijkerige weg als van Groningen naar Peize – vooral voor iemand die daags per spoor heeft gereisd. Welligt gelooft ge ’t niet, doch als ik u zeg, dat we spoediger den weg van Harlingen naar Groningen hebben afgelegd, dan die van Groningen naar Peize, dan zeggen we u opregt de waarheid.”

De “Madijk” was dan ook een echte zomerdijk, die met “duizende takkebossen naast elkander gelegd” en ondanks “duizende en duizende voeren zand” in de natte tijd bar en boos was.

 

In 1869 was de samenwerking in het Noordenveld goed en kwam de nieuwe zuidelijke kunstweg Roden-Langelo-Norg-Smilde tot stand, maar rond de weg naar het noorden bleef het nog steeds rustig.

In februari 1872 deden de inwoners van Lieveren maar eens een duit in het zakje: als de geplande weg Groningen-Peize-Roden er kwam, dan kon dat het beste van Peize via Lieveren, want dan sloot het mooi aan op de nieuwe weg over Langelo. Behalve in Lieveren zal dit voorstel weinig voorstanders hebben gehad.

De meeste inwoners van Peize hadden ook wel een mening, namelijk dat het verbeteren van de route over Peizermade een slecht idee was: vanuit Roden kon men beter en goedkoper een weg aanleggen via de “Peizer Esch” recht op Paterswolde af. Daarmee zouden dan ook Haren, Zuidlaren en Vries beter bereikbaar zijn. Vanuit Peize was een doorgaande route over Roderwolde natuurlijk geen optie met het Peizerdiep als groot obstakel.

 

Maar het bleef bij gepraat, tot er in augustus 1882 zoveel hemelwater viel, dat Peize van Groningen was afgesloten. Het Peizerdiep, waarover Peize en Roden steeds steggelden wie voor onderhoud moest betalen, kon alle toevoer van water niet verwerken en overstroomde grote gebieden. Ook Foxwolde en Roderwolde zaten zoals vaker in de nattigheid.

Waarschijnlijk was dat de spreekwoordelijke druppel: er kwam geld en eindelijk, in juli 1884, werd de aanleg van de kunstweg aanbesteed. Niet alleen ging het om een aardebaan en de aanleg van een klinkerstraatweg, maar ook om de bouw van twee tolhuizen (ja, die van 1884), vier vaste bruggen en drie gemetselde duikers.

De weg ging vanuit Roden weliswaar eerst richting Foxwolde, maar liep daarna via het Moleneind naar Peize. Roderwolde had niets in de melk te brokkelen gehad om de plannen zo te veranderen dat de weg door het dorp en over de Roderwolderdijk een verharde straatweg zou worden. Het duurde tot 1932 voor de latere Hooiweg, de verharde polderweg naar Vierverlaten, er als noordelijke verbinding kwam.

Met het in verhouding weinige verkeer van toen waren goede fietspaden natuurlijk lang niet zo belangrijk: de aanleg van de fietsbrug over het Peizerdiep kwam pas in 1974 tot stand; de verbetering van de dijk heeft moeten wachten tot de recente inrichting van de Onlanden. Dat laatste heeft ook tot gevolg dat we waarschijnlijk geen rekening meer hoeven te houden met wilde plannen zoals een nog niet zo oud idee voor het verleggen van de A7 meer naar Roderwolde.

 

Terug naar 1900. De verbinding van Roden via Peize met Groningen nam in belangrijkheid toe, zeker toen in 1913 de spoorlijn voor de “Drachtster tram” naast de nieuwe weg werd aangelegd. Wie uit Roderwolde naar Groningen ging, koos nu vaker voor de route over Peizerwold. Dit was voor het personenverkeer de omgekeerde weg van vroeger!

Zouden we het achteraf prettig gevonden hebben als de Roderwolderdijk de verkeershoofdader van Noord-Drente was geworden? Ik denk het niet…

 

(Voor het schrijven van dit Berigt hebben we gebruik mogen maken van het artikel van Lukina Kuiken “Aanleg Kunstweg 1855-1884” dat in Tiedschrift 71 van de historische vereniging Pezie-Peize verscheen.)

 

(WvdV)