Berigt 58: de schoolbrand in 1812.
Al in 1981 werd in een nummer van het blad Roon aan deze brand aandacht geschonken en in het boek “Rowol - Toendertied” werd deze zaak uitgediept. Wat was er 200 jaar geleden aan de hand?
Meester Arent Odding was in 1811 aangesteld als “waarnemer” in Roderwolde (tijdelijke kracht als schoolmeester) en zag al aan het begin van zijn carrière hoe de hele school met de daarbij staande kosterswoning in vlammen opgingen. Deze gebouwen stonden niet (zoals lang gedacht) aan de Kerkhoflaan, maar op kerkegrond aan de Voorste Weg, ter plaatse van wat nu Hoofdstraat 42 is. De school bevatte slechts 1 leslokaal.
Jaren later, in 1826, moest de burgemeester van Roden aan Gedeputeerde Staten van Drenthe opgeven welke branden er de afgelopen 25 jaar in de gemeente hadden plaatsgevonden. Hij informeerde daarom ook in Roderwolde hiernaar en kreeg toen het volgende merkwaardige epistel terug:
Roderwolde, Den 29 juili 1826.
Eenne anvraag of het ofbranden van de
School Kosterij en schuire Den 25 Juili
1826 van ued. Heer C.W.E. Kimmel Burger
meester te Roden wanneer die is afgebrand
waarop wij antwoorden deze brant
is int jaar 1812 tusgen den 18 en 19 Novem
ber gebeuert, in geen Brand of waarborg
Kas zijnde: deeze Herbouwing is int jaar
1813 gebeurt en deze Kosting is groot
volgens het Kerken Boek 1088=17=
Het ankomen is ons onbewuist vand
brandt.
Roderwolde Datum als Boven
O.R. Oosterhuis
S.D. Datema
L.B. Rademaker Sekretaris
Na de brand moest er natuurlijk een nieuwe school worden gebouwd en deze kwam er dan ook. Meester Odding deed het blijkbaar goed in zijn nieuwe behuizing, want in 1814 kreeg hij een vaste aanstelling als onderwijzer. Ook de functie van koster en voorzanger hoorde daarbij.
Echter: ook deze school bevatte slechts 1 leslokaal en het was geen wonder dat dat op den duur problemen opleverde. In 1869 moest meester Hansen (de opvolger van Odding) liefst 70 leerlingen in het vertrek proppen.
Maar daarover een volgende keer.
WvdV