Berigt-66: Petrus Hendrik Jan Lulofs Johzn.

 

Al eerder hebt u iets kunnen lezen over predikant Petrus Lulofs. Ondertussen zijn er flink wat meer stukjes over deze dominee verzameld, zodat het de moeite waard is om alles in één groot Berigt samen te voegen.

 

In het register van de begraafplaats van Roderwolde komt de naam Lulofs vier maal voor. Geen van de vier is hier geboren, het waren wel directe familieleden en één van hen was Petrus H.J. Hoe kwamen zij in Roderwolde terecht?

Op 16 juli 1808 werd Petrus in Hoogeveen geboren, zoon van Johan Lulofs en Elisabeth Maria Cornelia de Griend Dreux. Het gezin telde 10 meisjes en 2 jongens, waarvan 6 kinderen al jong overleden. Twee verhuisden naar elders en vier bleven in Drenthe. Inderdaad, uiteindelijk in Roderwolde.

 

We gaan naar 1848. Predikant Schelto Coolhaas van der Woude hield het na slechts een jaar in Roderwolde voor gezien. Twaalf liefhebbers kwamen op de vacature af, maar na een maand was men er in Roderwolde nog steeds niet uit. Opnieuw werden kandidaten aangezocht en op de nieuwe lijst verschijnt ook de naam van de dan 40-jarige Lulofs, die toen al 14 jaar in Roden stond.

De Provinciale Drentsche en Asser Courant van 19 september 1848 meldde de uitslag:

 

 

Het werd dus Martinus Swijghuisen Reigersberg (prachtige namen hadden ze toen!). Hij hield het wat langer vol, maar in 1857 vertrok ook hij. Weer moest Roderwolde op zoek naar een geestelijk leidsman en dit maal werd het dan toch Petrus Lulofs! 26 jaar zou hij blijven.

 

Op 11 oktober 1874 was het feest en niet zo'n klein beetje, want de jubilaris zat 40 jaar "in het vak". Er waren "rijke geschenken" en er was "gulle vrolijkheid". Ook werd er getoast op "zijne aanwezige familie". Die familie bestond in elk geval uit zijn drie ongetrouwde zusters, die ook in Roderwolde woonden, waarschijnlijk ook in de pastorie.

 

 

Een bedankje in de Provinciale Drentsche en Asser Courant was ook zeker op zijn plaats:

 

 

Met de gezondheid ging het hierna helaas bergafwaarts met de familie: twee jaar na het grote feest overleed de jongste zuster Agnes. Het ging al langer niet goed met haar. De advertentie van Petrus Lulofs meldde "mede namens mijne zusters".

 

 

en weer twee jaar later overleed de oudste: Johanna. Petrus stelde de advertentie op "mede namens mijne zuster".

 

 

Vier jaar daarna was het Petrus zelf die (onverwacht) overleed. De overblijvende zuster Bernarda stelde de "Eenigste kennisgeving" op.

 

 

Als nieuwe predikant werd onmiddellijk Pieter Abraham Busch Keizer bereid gevonden, maar deze kon niet meteen in de pastorie trekken: de woning moest eerst nog worden ontruimd en de meeste spullen werden pas anderhalve maand later op een boeldag verkocht.

Er kwamen flink wat landbouwspullen onder de hamer. Dat was niet vreemd, want de familie had redelijk wat grond in eigendom. We komen dat later weer tegen.

Als u zich afvraagt wat een dominee met een paard moest: er waren toen nog geen fietsen of auto's, dus huisbezoek en andere reizen gingen met paard en wagen!

 

 

Wat verwacht je verder in een pastorie? Boeken natuurlijk, heel veel boeken. Ook dat moest allemaal verkocht worden. De bekende boekhandel Pieter Beijer in Groningen nam deze taak op zich.

 

 

Waarschijnlijk was de erfenis behoorlijk, want Bernarda liet een nieuw huis bouwen om daar haar laatste jaren te slijten. Dat zou niet lang duren, want ruim vier jaar later overleed ook zij "tot droefheid haren betrekkingen". Zij was de laatste van de vier Lulofsen die Roderwolde heeft gekend, alle vier zijn ook hier begraven.

 

 

Notaris Gerrit Jan Hillegondus Ebbinge Wubben, die we al eerder tegenkwamen, begeleidde de publieke verkoping van de overgebleven spulletjes.

 

 

en verder bleef er wat land over, dat de erven even aanhielden. Zo konden ze nog wat verdienen aan de topgrasverkoping.

 

 

Tenslotte kwam ook het huis van Bernarda en het land in de omgeving onder de hamer.

 

 

Over de familie Lulofs valt vast wel meer te vertellen, maar voor nu lijkt ons dit ruim voldoende.

 

Tenslotte nog een aardig weetje. In 1880 ontving het Museum van Oudheden in Assen (het tegenwoordige Drents Museum) een zestal vondsten van Petrus Lulofs. Hij had blijkbaar niet alleen oog voor de zaken boven ons, maar ook voor wat zich onder het maaiveld verborgen hield. Een man met een brede belangstelling!

 

 

(Alle afbeeldingen in dit Berigt zijn met Delpher uit oude dagbladen gehaald, meestal uit de Provinciale Drentsche en Asser Courant.)

WvdV