Berigt-73: meester Jannes Hansen

 

Op 31 januari 1862 overleed "na een kortstondige ongesteldheid" Arent Odding. Meer dan 50 jaar was hij in Roderwolde schoolmeester en ook koster en voorzanger bij de Hervormde Gemeente. De positie van hoofdonderwijzer was er een van de "tweede rang" (er bestonden vier rangen).

Zijn opvolger werd de bijna 30-jarige Jannes Hansen. Daar ging nog wat tijd overheen, want de gemeente Roden redeneerde dat het goedkoper was om de aanstelling pas na de zomer in te laten gaan. Van maart tot in het najaar hielpen de meeste kinderen toch op het land!

Jannes was tot dan onderwijzer in Drouwen en ook daar had de gemeente geen haast om een opvolger te zoeken. Pas eind september verscheen in de Provinciale Drentsche en Asser Courant deze advertentie:

 

 

Nu moest er voor de aanstelling van Hansen nog wel wat geregeld worden, want een door de gemeente Roden benoemde ambtenaar mocht er volgens de wet geen andere baantjes bij hebben. Het kerkwerk werd echter niet in geld betaald en omdat deze constructie veel meer voorkwam, kreeg hij toestemming van Gedeputeerde Staten om deze gebruikelijke werkzaamheden er bij te mogen doen. 20 jaar lang zou hij hierbij samenwerken met predikant Petrus Lulofs, die in Berigt-66 uitvoerig behandeld is.

 

Wie was Jannes Hansen eigenlijk en waar kwam hij vandaan?

Wat vast meegespeeld heeft, is dat hij uit deze streek kwam. Hij werd op 19 november 1833 in Roden geboren als jongste van zes kinderen, wat hem waarschijnlijk de mogelijkheid gaf om "door te leren". Zijn carriere begon als hulponderwijzer aan de openbare lagere school in Een. De volgende betrekking was die van onderwijzer in Drouwen in 1859 en na het behalen van de akte van hoofdonderwijzer in 1861 was het tijd voor de volgende stap: Roderwolde.

Een jaar na zijn aanstelling trouwde Jannes op 20 november 1863 met Hermanna Luinge in Peize, de woonplaats van de bruid.

 

 

Het echtpaar heeft goed voor de eigen school gezorgd, want er kwamen zes kinderen: Eempien, Jan en Lammigje, vernoemd naar hun grootouders, Hendrik, Tiem en Geertje. Hermanna zou haar man ruim overleven, zij werd 88 jaar oud.

 

 

 

Het lijkt er op dat meester Hansen een ijverig onderwijzer was, want hij trok er zelfs op uit om over het onderwijs te spreken. In 1864 ging hij voor een spreekbeurt naar Smilde:

 

 

In de loop van de tijd doofde het heilige vuur bij dit "verheven doel", want over de kwaliteit van zijn werk was men niet tevreden. In 1881 klaagde de schoolopziener bij het gemeentebestuur van Roden over de ouderwetse en gebrekkige methoden. Hij raadde zelfs aan om Hansen eens in de leer te laten gaan bij een goed onderlegde onderwijzer in Roden.

 

Ondertussen was er in Roderwolde het een ander gebeurd met de school zelf. In 1869 was de toestand van het gebouwtje uit 1813 allerbelabberdst; de schoolopzier had het in een rapport zelfs over de "ondragelijk heerschende atmospheer". Op bevel van Gedeputeerde Staten moest de school, na een ruzie tussen de Inspecteur en het gemeentebestuur van Roden, zelfs worden gesloten en meester Hansen en zijn 70 kinderen stonden op straat…

Daar was niet iedereen blij mee, zo valt ook te lezen in dit bericht in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 19 oktober 1870:

 

 

Het gebouw stond op de plek wat nu Hoofdstraat 42 is. Daar was geen mogelijkheid voor uitbreiding en dus vonden Burgemeester en Wethouders dat de zaak helaas niet te veranderen was. Dat ging alleen maar geld kosten.

De inwoners van Foxwolde besloten daarom om hún kinderen (27 van de 70) voor onderwijs naar Roden te sturen en voor de overblijvenden kwam er een tijdelijke oplossing: het gebouw Mensinga, dat tot voor kort bewoond werd door de gepensioneerde legerofficier Schrieder. Deze "buitenplaats" stond ongeveer waar nu de Diakenkamers staan, naast het tenniscomplex.

Omdat de Hervormde Gemeente het gebouw had gekocht, was het vast geen probleem om het tijdelijk als school te gebruiken.

 

 

Maar ondertussen was er natuurlijk nog geen nieuwe school. Een aantal Rowolmer, onder aanvoering van E. Aukema, vond dat er in Roderwolde wel degelijk een geschikte plek was voor nieuwbouw. Aukema bood daarvoor zelf een lapje grond aan, aan de rand van het dorp, tegenover de huidige Diaconielaan: 12 are grond voor de prijs van ƒ 25,- per are.

De gemeente ging overstag, kocht de grond en ging over tot de aanbesteding. Dat was op 30 maart 1871 in de krant te lezen:

 

 

De bouw van de nieuwe school verliep erg vlot, zodat de ingebruikneming al op 19 september 1871 was, nu dus precies 150 jaar geleden. Burgemeester Coenraad Wolter Ellents Kymmell, die aanvankelijk erg tegen de nieuwbouw was geweest, was zo goed om de eerste steen te leggen. Deze steen ("CWEK") is nog steeds aan de linkervoorkant in het gebouw Hoofdstraat 8 te zien.

 

 

Net als het vorige gebouw, bestond deze uit slechts één lokaal, maar het was allemaal ruimer en beter. Zelfs was er een speciaal ventilatiesysteem, al bleek al snel dat het van geen kant werkte. Aan luchtjes waren Hansen en zijn kinderen echter al jaren gewend.

En er ontstond niet veel later nog een probleem: de school moest na zeven jaar vertimmerd worden vanwege de onderwijswet van 1878. Deze wet bepaalde dat als het leerlingental hoger was dan 30 (en dat was het ruimschoots) er een tweede leerkracht moest zijn met een eigen lokaal. Die verbouw was niet zo'n punt: er kwam gewoon een muur midden in het leslokaal, dus waren er toen twee. De school kreeg “verandering in het ameublement".

De extra leerkracht had meer voeten in aarde, daarvoor zou de gemeente immers nog jarenlang geld moeten uittrekken voor het verre Roderwolde.

Er kwam uiteindelijk in januari 1881 een oproep voor een onderwijzeres, zonder resultaat. Er kwam een tweede oproep, ook zonder resultaat.

 

 

Gelukkig liep er in Roden een hulponderwijzer rond (derde rang) die bereid was om het werk in Roderwolde op zich te nemen: W. Odding. Het was Wijbe, de zoon van de vroegere onderwijzer Arent Odding! Hij zou negen jaar in Roderwolde blijven, tot hij in 1890 overleed.

Wijbe werd aangesteld als "onderwijzer van bijstand" en gaf les in de "kleine school". Meester Hansen nam de "grote school" voor zijn rekening.

 

Veel lezers zullen weten dat in Roderwolde in 1980 de Hansenkamp is aangelegd, vernoemd naar het stukje land waar meester Hansen honderd jaar eerder koeien liet grazen. Aan één van die koeien zal hij echter een onprettige herinnering hebben gehad, want in de krant van 28 april 1882 stond dit vervelende bericht:

 

 

We nemen een sprongetje naar 1887, een bijzonder jaar, want Hansen stond 25 jaar voor de klas in Roderwolde en dat werd gevierd. Was zijn gezondheid in die tijd al wat aan het verminderen? Waarom zou hij anders een "prachtige zilveren brilledoos met dito bril" hebben gekregen?

 

 

Het jaar erop was het weer feest: Jannes en zijn Hermanna waren 25 jaar getrouwd:

 

 

Toen Wijbe Odding onverwacht in 1890 overleed, kreeg Hansen op zijn oude dag nog een nieuwe collega. B en W zochten, misschien daarom, geen onderwijzeres, maar weer een onderwijzer:

 

 

 

Het werd P. Kuipers, die zich meteen met Hansen kon inzetten voor betere voeding van "behoeftige" kinderen. Dit zou nog jarenlang nodig blijken. Het Nieuwsblad van het Noorden vond het prijzenswaardig:

 

 

We zagen dat een schoolmeester er zonder toestemming geen andere baantjes bij mocht hebben. Hansen had vissen als een onschuldige liefhebberij, dat was geen probleem. Het was natuurlijk wel een probleem als je daarvoor geen materiaal meer had, zoals in 1892:

 

 

Een baantje waarover hij niet meer in hoefde te zitten was dat van koster-voorzanger. Omdat de kerk eind 1891 een orgel kreeg, was er daarna geen vaste voorzanger meer nodig. Over zijn zangkunsten is niets bekend, wel over zijn lesgeven: "Van meester Hansen leerden we niet veel. Het was een heel oud mannetje. Op een dag stond meester voor de lessenaar en toen viel hij opzij en bleef op de grond liggen. Ze droegen hem weg en een paar dagen later was hij dood".

Dat was in 1895:

 

 

En op de rouwadvertentie volgde het bedankje van de nazaten:

 

 

Opnieuw had de gemeente Roden een vacature bij het schooltje van Roderwolde. In 14 jaar was de jaarwedde nauwelijks gestegen, maar dat was voor Hendrik Hofkamp uit Appingedam geen punt. Hij was net getrouwd en blijkbaar toe aan iets nieuws. Hij solliciteerde en werd aangenomen.

 

 

 

Of Kuipers ook geprobeerd heeft om naar de "grote school" te promoveren, is niet bekend. Wel is het merkwaardig dat de school de eerste twee maanden van het nieuwe jaar dicht bleef.

 

Van de 40 onderwijzers en onderwijzeressen die in Roderwolde in de periode 1750 tot 1985 aan school hebben gestaan, is Jannes Hansen nog steeds de enige waar in Roderwolde iets naar vernoemd is. Een bijzondere man dus.

WvdV