Berigt-74: Foxwolde rond 1900 (uit: Rowol Toendertied)

 

Wie vroeger naar Roden wilde, moest ter hoogte van Roderwolderweg 34 linksaf en dan via een slechte "sprikkenweg" door de Kleibos, langs waar nu het bedrijf van Jansma is. De verbetering kwam pas in 1884, toen ook de weg Roden-Peize-Groningen verhard werd.

 

Vanaf het moment dat de weg van Roderwolde naar Roden rechtdoor getrokken werd tot aan de driesprong bij het wevershuis (vlakbij het café van Scheepstra) en men niet meer over de modderige weg door de Kleibos hoefde te reizen, verschenen er langzamerhand meer huizen langs de Roderwolderweg. In 1889 werd ook de winkel van Hendrik Scheepstra op de plaats van het huidige café M. Scheepstra nieuw gebouwd (Roderwolderweg 21). Hendrik was de achterkleinzoon van Tjerk Eenes (Scheepstra), omstreeks 1800 de schipper van Roderwolde. Hij overleed zeer jong en zijn vrouw Grietje Beereboom bleef met twee kleine jongetjes in Foxwolde wonen. De oudste, Daniël, bleef bij zijn moeder om haar te helpen en de jongste, Marten, werd uitbesteed bij Grietjes moeder (Mouke) die bij haar zoon Gerrit Beereboom verderop aan de Roderwolderweg (nr. 34) in woonde. Daoniëls Greit'ie, zoals ze door iedereen genoemd werd, ging met de kar vol boodschappen, die door twee honden werd getrokken, "bij de streek". Ze ventte één dag in Peize, één dag in Roden en Leutingewolde en één dag in Roderwolde. De mensen waren in die tijd over het algemeen zeer hulpvaardig en men hielp haar zoveel men kon. Op de dag dat Greit'ie met de boodschappen langs kwam, moest het pad 's winters voor haar sneeuwvrij gemaakt worden en werden de eigen honden binnen vastgehouden opdat ze daar geen last van zou hebben. Broer Gerrit Beereboom deed voor haar de inkopen: iedere dinsdag ging hij voor haar met de boot van Belga naar de stad.

 

Deze Gerrit Beereboom was een markante persoonlijkheid in het Foxwolmer bestel. Behalve boer was hij ook barbier, klompenmaker, ober en een soort allesweter en medicijnman voor het vee. In geval van ziekte werd hij door de buren het eerst gehaald vóórdat de veearts werd geraadpleegd. Als Beereboom geen oplossing voor het geval wist, werd de veearts er alsnog bij geroepen. Die zei dan: "En, is de professor al geweest?" Hij was in sommige opzichten een lastig mens, maar tevens begiftigd met een veelzijdige aanleg: hij was o.a. gemeenteraadslid, lid van de kerkeraad in Roden, lid van de oudercommissie van de lagere school in Roderwolde, lid van het Polderbestuur van de "Zuidermaden" en van het bestuur van de molen Woldzigt en mede-oprichter van het Groene Kruis. Hij kon veel en deed veel voor de gemeenschap. Hij was in "boerenzaken" heel vooruitstrevend, en was in deze streek de eerste boer die kunstmest gebruikte en krachtstroom kreeg voor de dorsmachine. Een opvallende man, de "Olle Rabbie", met z'n grijze haren die onder zijn pet vandaan krulden. Maar ook voor hem gold dikwijls "mooi en mal".

 

In de loop van de 19e eeuw werd een nieuw huis ten zuiden van nr. 10 van de bewonerslijst van 1810 gebouwd (nu Roderwolderweg 38). Hier woonde omstreeks 1900 Geert Douwes, die getrouwd was met Sina ter Steege. Geert Douwes gaf de mannen voor 3 cent een scheerbeurt en hield een "stille knip". Het huis ernaast werd kort na 1910 afgebroken en alleen de naam van het "zwienekampie", Saben' hof, herinnerde nog lange tijd daarna aan de laatste bewoner: Sabe Scheepstra. Ook was er nog altijd een welput in het land. Tussen het huis van Geert Douwes en buurman Saben' Roul liep vroeger een weg die op de Sandebuurster weg uitkwam en men vertelt wel eens dat de boeren van Sandebuur, die met de brik naar Roden ter kerke gingen, op de heenreis bij Douwes aangingen om zich te laten scheren. Maar ook twee huizen verder, waar de familie Van der Schans toendertijd woonde voordat ze naar de Waalborg verhuisde, kon men een lekker glaasje nuttigen om de lange reis wat aangenamer te maken. Hier hadden ze echter een volledige vergunning.

 

(dit Berigt is onderdeel van een serie artikelen uit het boek “Rowol Toendertied”)