(School)feesten van vroeger - deel 7

 

Na het grote kroningsfeest in 1898 werd het driejaarlijks ritme hervat. Ondertussen was er wel wat veranderd: vóór 1900 waren de schoolfeesten vooral bedoeld om de kinderen aan te moedigen om vrijwillig naar school te gaan, vanaf 1900 kende Nederland een leerplicht. De schoolfeesten waren ondertussen zo ingeburgerd dat ze gewoon doorgingen. Misschien speelde het mee dat er voor de ouderen ook wel wat te genieten was.

 

Waarschijnlijk was het in 1901 voor het eerst dat er een echte draaimolen kwam, eentje van de toen bekende draaimolen- en carrouselhouder Klaas Rensema. We mogen aannemen dat deze niet over de hobbelige zandweg naar Roderwolde was getransporteerd, maar met de boot via het Peizerdiep.

 

Wat natuurlijk ook doorging, was het verslag van het feest door een Rowolmer in de Provinciale Drentsche en Asser Courant. Hierin staat dat er "flink geteekend" was. Zo'n draaimolen en alle prijzen kostten natuurlijk een paar centen en daarvoor ging een intekenlijst rond in het dorp. De oudere lezers kennen het verschijnsel nog wel: eerst werden de notabelen en rijkste boeren bezocht en gevraagd om bovenaan de lijst achter de eigen naam een bedrag in te vullen, daarna kwamen de anderen aan de beurt. Maar heel weinigen durfden het aan om alleen als "N.N." te tekenen.

 

 

Van de genoemde luchtballon is het zeker waar deze neerkwam, want dat wist de correspondent van het Nieuwsblad van het Noorden:

 

 

Behalve de schoolfeesten was er in deze tijd een ander fenomeen in opkomst: het jaarlijkse schoolreisje! Dit werd binnen korte tijd zo'n succes, dat het Nieuwsblad van het Noorden een ingezonden verslag niet eens meer opnam in de krant van 19 augustus 1902.

Het moet in die tijd een hele reis geweest zijn en een hele organisatie, want de Drachtster Tram was er nog niet en er reden ook geen auto's of bussen.

Hoewel het voor de kinderen een "zeer ontwikkelend genot" was, trokken de stadjers ondertussen hun neus wat op voor al die dorpsschooltjes die Stad kwamen bezoeken.

 

 

Over de leerplichtwet van 1900 valt nog wat aardigs te vertellen.

Hoewel het er niet naar uitzag dat dit voorstel het in het parlement zou halen, lukte het toch op het nippertje. Een tegenstander viel van zijn paard en kon niet bij de stemming aanwezig zijn ("Het paard was verstandiger dan zijn meester", zei men daarover) en een doodzieke voorstander werd per koets naar Den Haag getransporteerd. De voorstanders wonnen het daardoor met 1 stem verschil.

WvdV