Een tolgaarder in Foxwolde
Iedereen kent wel de tolhuisjes die we in
onze gemeente nog hier en daar aantreffen, al wordt er sinds 1948 nergens in
Drente meer tol geheven bij een straatweg.
Vroeger pachtte de tolpachter of tolgaarder het recht om op een bepaalde plek tol
te heffen bij de gemeente of een andere overheidsinstantie. Hij had er dus
belang bij dat niemand aan zijn tolhek ontsnapte en dat maakte hem niet
populair.
Een tolhuis was niet altijd vetpot en elke bijverdienste was welkom. Zo had de
tolpachter in Foxwolde, aan de oude weg Roden-Peize, extra inkomsten met
een "stille knip" en hij was vast niet de enige.
Uit de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 8 juli 1905 blijkt dat hij betrapt was:
Maar wie was J. M. eigenlijk? Dat blijkt uit de krant van 30 mei 1906, toen de tolbaas zelf het slachtoffer was:
Of Mulder na zijn eigen veroordeling doorging met de tapperij? Dat zou best eens kunnen, want in november 1907 dacht ene Jacob B. dat er in het tolhuis wel een vertering te halen was:
Eigenaardig dat het afkooptarief voor "8 dagen brommen" in het eerste stukje 25 gulden was. Meestal rekende men een gulden per dag.
WvdV