En hoe was het 50 jaar geleden in Roderwolde?

 

De 50e aflevering van onze veelgeprezen Wolmer is een prima aanleiding voor een korte terugblik op het leven in Roderwolde van vijftig jaar geleden. De meeste inwoners van nu zijn jong en/of nieuw en kunnen zich daar wellicht nauwelijks een voorstelling van maken.

Na de oorlog telde de kern van Roderwolde ongeveer 55 woningen. Begin jaren vijftig begon hier, net als in heel Nederland, de grote wederopbouw. De gemeente Roden had te kampen met een nijpende woningnood en nam allerlei maatregelen om metname de sociale woningbouw te stimuleren. Men moet zich het Roderwolde van toen voorstellen zonder de Kruiskamp, zonder de huizen aan de noordkant van de Hoofdstraat tussen Roelfzema en het Rode Hert. Luut en Ellie Velthuis hadden een stukje grond gekocht en begonnen daar aan de Hoofdstraat met een nieuw bestaan. Albert Rademaker bouwde daarnaast zijn fietsenmakerij en kwam iedere morgen van Sandebuur gefietst. Op de De Doefkamp lagen zoals gewoonlijk de zaodbulten te wachten op de komst van de dorsmachine. De Hanzekamp was nog gewoon weide en het jonge hoofd der school, meester van der Velde, betrok het nieuwe meestershuis naast de school.

Hoewel Roderwolde, Foxwolde en Sandebuur al in 1925 werden aangesloten op het electriciteitsnet, bleven de bewoners van het Haarveen, de Groeve en de Matsloot nog lang  verstoken van deze voorziening. In de Raadsvergadering van maart 1959 rapporteerde een raadslid dat het gebied achter Roderwolde, hij bedoelde het Matslootgebied, nog steeds geen aansluiting had voor water en electrisch. Pas tegen het einde van 1955 kwam er waterleiding in Roderwolde en omstreken. Deze voorziening werd door de mensen van toen beschouwd als één van de grootste zegeningen van de moderne tijd. Toilet met waterspoeling was een luxe en warm water uit de kraan een absoluut onbekend verschijnsel. Overigens duurde het nog tot de jaren tachtig voordat een centraal rioleringstelsel werd aangelegd. Voor die tijd werd het afvalwater gewoon op het oppervlaktewater geloost. De petroleumlamp werd definitief van de balken gehaakt; de electrische verlichting bracht overal in huis licht en gezelligheid. Moderne apparaten als strijkijzer, stofzuiger en wasmachine deden hun intrede in het dagelijkse leven en maakten het werk voor de huisvrouw een stuk lichter.

Het gezelligheidsleven bloeide als nooit tevoren. In de Leekster Courant van dat jaar werd regelmatig verslag gedaan van alle activiteiten. ODA, op 20 mei 1947 opgericht met medewerking van UNA (de korfbalvereniging van Leek), beschikte in die jaren over een enthousiaste groep aspiranten die als een belofte voor de toekomst werd beschouwd. De jeugd van Roderwolde was ook op andere terreinen zeer sportief. In de winter van 1958-59 kon er volop worden geschaatst; er waren zelfs twee ijsperiodes. Zoals overal in Drenthe werden hier op de ijsbaan kortebaanwedstrijden gehouden waar dik geld viel te verdienen. Aan de start verschenen de oudkampioene van Drenthe Jantje Depping-Scheepstra en de bekende Jantje Tienkamp. Atje Deelstra, de latere wereldkampioene, schaatste volop mee in dit circuit.

Bij de schaatswedstrijden van de ULO in Leek werd Tjitske Scheepstra schoolkampioene en Thea van der Velde eindigde op de derde plaats. In de zomer kreeg Froukje Hut het Diploma E overhandigd tijdens de schoolsportdag in Roden. Dit werd als een uitzonderlijke prestatie in de Leekster Courant vermeld!

De schoolkinderen moesten ook toen al verkeersexamen afleggen. In 1959 deden de volgende kinderen uit Roderwolde mee: Klaas Aalders, Dineke Aukema, Henk Bathoorn, Geert Belga, Jantje Buring, Klaas Buscher, Bertus Jansma, Gerriet Jan Pieters en Jan Pieters. Klaas Aalders en Geert Belga hadden nul fouten en kregen daarom in het Gemeentehuis een Veilig Verkeer-insigne opgespeld door burgemeester Bushoff. Zij werden lovend toegesproken en kregen na de plechtigheid een glas ranja.

De Vrouwen Vereniging hield maandelijks haar bijeenkomsten in café Hoff onder de bezielende leiding van mevr. Etje Aukema-de Waard. Op de jaarvergadering van 1959 sprak de kascommissie, bestaande uit Ellie Velthuis en Jantje Jager, haar goedkeuring uit over het gevoerde financiële beleid. De voorzitster kondigde aan dat het reisje dat jaar naar Denekamp zou gaan en de avond werd besloten met het zingen van het Dorpslied.

Toneelvereniging Woldbloem gaf tegen het einde van februari op zaterdag en zondag in café Hoff haar jaarlijkse uitvoering. Een recensent schreef in de Courant: ” Beide avonden was de zaal geheel bezet, dus de toneelvereniging mag tevreden zijn. Het gebodene was ook wel de moeite waard. Aan het toneel was veel zorg besteed en wat het voornaamste was: de rollen zaten er prima in. Geen hinderlijk geluid van de souffleur en geen hiaten. De aanwezigen hebben dan ook een mooie avond gehad.”

De strenge winter werd gevolg door een uitzonderlijk hete zomer. Het gras verschroeide in de weilanden en het graan verbrandde op de akkers. In Groningen dreigden de binnenwateren en de kanalen te verzilten, waardoor er een algemeen beregeningsverbod kwam. Er werden hulpacties georganiseerd om tijdens de aanstaande winter het vee onder te brengen van die boeren die door een groot tekort aan ruwvoer in ernstige problemen dreigden te raken. De noodtoestand werd afgekondigd en de overheid kwam de boerenstand tegemoet met allerlei verzachtende belastingmaatregelen. Toen de herfst intrad, werden, met behulp van militairen, vrachten bietenkoppen naar de getroffen gebieden vervoerd om de ergste nood te lenigen. De gehele zomer- en herfstperiode hield de droogte de gemoederen bezig.

In Roderwolde speelde echter een andere gebeurtenis een grote rol in het dorpsleven: de restauratie van molen Woldzigt. In de Raadsvergadering van februari deed B&W het voorstel om 30% van de totale kosten ad f. 8097,40 ten behoeve van de restauratie van de oliemolen aan de Coöperatieve Zuivelfabriek te verstrekken. De heer Meijer zei blij te zijn dat de molen in stand zou worden gehouden maar verwonderde zich erover dat de fabriek als eigenaar van de molen, zelf ook niet meer betaalde dan 30%. Daarop antwoordde de heer T. Willems, als voorzitter van de Zuivelfabriek, dat, wanneer dit zakelijk zou worden bekeken, men de molen beter kon afbreken. Volgens hem had de molen praktisch geen belang meer. De uiteindelijke subsidieverdeling was 30 % voor de Gemeente, 30 % voor het Rijk, 30 % voor de Zuivelfabriek en 10 % voor de Provincie. De Raad keurde het voorstel goed en het grote herstelwerk kon beginnen.

Begin april kwam Commissaris van de Koningin mr. J. Cramer op werkbezoek in Roderwolde. Na een diner ten huize van de burgemeester vond om kwart over twee in het Jeugdgebouw een bespreking plaats met vertegenwoordigers uit het dorpsleven. Meester van der Velde sprak over “Het voorrecht van deze plattelandsgemeenschap” en benadrukte dat “door de geïsoleerde ligging hier een gevoel van verbondenheid heerst. Er is eigenlijk één hechte levende dorpseenheid en standverschillen zijn hier niet. Wij hebben hier nog de tijd om elkaar goedendag te zeggen.” Volgens hem had men in Roderwolde bijna alles behalve een burgemeester en kreeg daarmee de lachers op zijn hand. Ds. Noordermeer gaf zijn toespraak de toepasselijke titel “Waarmede worstelen wij?”en Roel Aukema oreerde over de ”Belangen van het dorp Roderwolde”. Alle sprekers bepleitten dat er betere wegen en busverbindingen moesten komen, evenals een sportveld met speelweide en een kleuterschool. Na de toespraken werd een bezoek gebracht aan de molen, waar Frederik van der Velde hen als bedrijfsleider mocht ontvangen.

In de Leekster Courant van 5 december wordt uitgebreid verslag gedaan van de opening van de gerestaureerde molen: ”Voor Roderwolde, misschien wel het vriendelijkste dorp van de gemeente Roden, was het donderdag een zeer belangrijk moment, toen de burgemeester, de heer Bushoff, de gerestaureerde oliemolen weer in gebruik stelde. Belangrijk, hetgeen onder meer bleek uit de aanwezigheid van de landelijke pers, radio, t.v. en film.” De opening van de molen werd zelfs op het Polygoonjournaal getoond.

Bij de feestelijke bijeenkomst in café Hoff namen vele prominenten het woord. Roel Aukema, toenmalig voorzitter van Dorpsbelangen, gaf welbespraakt een uitgebreid overzicht van de geschiedenis van de molen en citeerde een mooi gedichtje:

”Ik heur gestamp, gekreun, gestin.

Een vrumd geluud, dat ik niet kin.

‘k Kiek in de lucht zoas zoveulen,

en daor draait waarachtig onze meulen.”

 

De wereld buiten dit idyllische dorpje veranderde langzamerhand. In Roden werd voor het eerst een gespreksavond georganiseerd over sexuele voorlichting met de bekende dominee Ninck Blok. Ook een groep mensen uit Roderwolde bezocht deze avond. Daar zal naderhand binnenskamers nog lang over zijn doorgepraat. In het Corsotheater in Leek draaide Jailhouse Rock met de ruige Elvis Presley en op de hoek van de weg naar Sandebuur werd een lichtmast geplaatst voor f. 1330,00. Eén van de raadsleden had nog aangedrongen op een TL-lamp, maar de Raad vond dit veel te kostbaar, het duurde volgens de leden wel 30 jaar voordat de kosten eruit waren.

Zo vergleed het jaar min of meer rustig in Roderwolde. Er gebeurden geen wereldschokkende dingen. Het aangezicht van het dorp veranderde echter definitief door de komst van relatief veel nieuwe huizen.

Tegen het einde van december kondigden Jan en Annie Klevering met grote vreugde en blijdschap de geboorte van hun zoon Harry aan, de laatste baby van het jaar 1959.

(AvD)